Ik heb onderhandeld met God om mij lichter te maken

God bleek niet echt onder de indruk, want hij heeft nooit geluisterd.

 

Ik deed net als velen de test op www.onderhuids.nl en schrok van mijn uitslag.

Ergens hoop je natuurlijk dat jij bij het kleine percentage hoort dat neutraal is. Die geen voorkeur heeft, die geen selectie maakt. Enfin, niks was minder waar. Mijn testresultaat was “een sterke voorkeur voor een lichte huidskleur”.

Op het moment dat ik dat zag, begon ik spontaan te huilen. Ik had geen lichte voorkeur voor lichte mensen, maar een sterke. Ik realiseerde mij dat de voorkeur vooral ontstaan was vanuit ontevredenheid, waarvan ik dacht dat hij weg was, over mijn eigen huidskleur.

Ik ben geadopteerd uit Addis Ababa, Ethiopië. Toen ik een jaar of 8 was. Mijn moeder had mooi, lang blond haar, dat als de wind waaide; het danste in de lucht. Ik had vlechtjes. Het stil zitten om mijn haar gedaan te hebben duurde altijd veel te lang, maar het resultaat mocht er zijn. Het was net echt steil. Op de basisschool werd ik niet echt gepest maar af en toe geplaagd met mijn donkere huid.

‘s Avonds na het tandenpoetsen richtte ik me tot God en vroeg hem of ik alsjeblieft morgen wakker kon worden, maar dan een paar tinten lichter. De volgende ochtend zou aanbreken en ik kon niet wachten tot ik bij de spiegel was. Want het eerste wat ik wilde zien was mijn gezicht. Iedere dag was het dezelfde teleurstelling. Ik heb geprobeerd te onderhandelen met God. Ik zou geen ruzie meer maken met mijn zusje én ik zou naar mijn moeder luisteren, als ik maar gewoon íets lichter kon zijn. God bleek niet echt onder de indruk, want hij heeft nooit geluisterd.

Als tiener op een hele witte middelbare school werd mijn zelfhaat alleen maar erger, wat natuurlijk gebeurt in de puberteit. Mijn moeder hielp me vaak herinneren dat zij me prachtig vond. “Natuurlijk denk jij dat, jij bent mijn moeder.” Ook zei ze vaak dat mooi zijn niet iets is wat je kunt eten. Ik had geen idee wat ze daarmee bedoelde.

Het duurde niet lang voordat mensen op school door hadden dat ik donker was.. En een aantal mensen vonden het ook hun plicht om dat te benoemen. De eerste jaren was er een sterke drang in mij om me te verontschuldigen: “Ik ben wel zwart, maar spreek gewoon ABN en ben geadopteerd en eet ook aardappels, groente en vlees!”

Het bleek al snel dat het weinig uitmaakte.

Er was een moment op een feestje, toen ik een jaar of 16 was, waar ik een jongen kuste. Waar na drie seconden, vier jong-volwassen jongens ons uit elkaar trokken en tegen de jongen waarmee ik kuste begonnen te schreeuwen dat hij gek in zijn hoofd was om dat te doen: “Gast, ze is zwart.” Nooit in mijn leven heb ik zo veel schaamte gevoeld. Hoe irrationeel van mij, om te denken mezelf als zwart meisje voor de gek te houden en mezelf te verwarren met iemand die rechten heeft. Want ja, ik ben zwart, dus ik val op. En zij hebben het recht om daar op te reageren. Durf eens wat te zeggen. “Bitch, kut-neger, kankernegerin. Jij hoort hier niet, geen man gaat jou ooit leuk vinden.” Want ik was niet langer Sanne, ik was die kankerneger uit de 2e klas die zo zwart was als de nacht.

Ik vroeg erom, want waarom was ik anders hier? En ik bewoog alleen naar aandacht. Aandacht?

Suggereert dat ik kreeg wat ik verdiende. Ik kreeg alles wat ik verdiende. En het maakte niet uit of ik het wilde. Want wat weet jij nou van wat je wil, behalve wat je verteld wordt. Wat weet jij nou van je kleur, behalve wat je verteld wordt?

Naast deze vorm waren er ook nog talloze andere vormen van racisme die “aardig bedoeld waren” zoals: “Eigenlijk haat ik negers, maar jij bent wel aardig.” Of: “Nee Sanne, jij bent slim dus eigenlijk gewoon wit.”

En nu, vier jaar en een heftige puberteit later, snap ik eindelijk wat mijn moeder bedoelde met haar uitdrukking dat je mooi zijn niet kunt eten. Omdat het niet iets is wat ik kan kopen of kan eten, maar dat het gewoon iets is wat ik moet zijn. Je kan niet bouwen op je uiterlijk om je te voorzien. Wat wel fundamenteel belangrijk en mooi is, is medeleven. Voor jezelf en mensen om je heen. Dat is wat we herinneren van mensen die er niet meer zijn. Wat er van hen over is gebleven lang nadat de schoonheid van hun lichaam er niet meer is.

Ik hoop voor iedereen, ongeacht kleur, dat je de validatie van je schoonheid voelt, maar dat je ook dieper gaat om die schoonheid ook van binnen te voelen. Er is geen schaduw in die schoonheid.

Sanne de Bruin is 20 jaar, komt uit Den Haag. Een” over-thinker” die in 2015 European Studies gaat studeren. Goed in uitstellen en houdt van dansen en zingen, ondanks dat ze vindt dat ze dat niet kan. Feminist en altijd geïnteresseerd in wat andere mensen aan het doen, of aan het bedenken zijn. Houdt van lezen en schrijven. Verslaafd aan TEDx en Ben & Jerry ijs eten.

Deze column is voor het eerst verschenen op www.voorbeeld-allochtoon.nl op 5 december 2014.